De Vereniging van Effectenbezitters (VEB) en de vakbonden hadden vorig jaar om
een onderzoek gevraagd omdat het bestuur van ABN Amro onvoldoende open zou
hebben gestaan voor andere bieders dan de Britse bank Barclays. Daarmee
zouden aandeelhouders en werknemers zijn gedupeerd.

De Ondernemingskamer oordeelt echter dat de overweging om te fuseren met
Barclays "niet ondeugdelijk” was. Rechter Huub Willems wees erop dat een
fusie al langer binnen het bestuur van ABN Amro speelde. Het besluit om met
Barclays in zee te gaan "paste in de strategieën die al geruime tijd werden
ontwikkeld”, stelde hij.

Over de omstreden verkoop van het Amerikaanse bankonderdeel LaSalle,
die andere bieders zou hebben gefrustreerd, oordeelde de rechter dat hier
geen sprake was van een "ontoelaatbare beschermingsmaatregel”.

ABN Amro verkocht LaSalle aan Bank of America, terwijl het bankentrio Royal
Bank of Scotland, Santander en Fortis ook belangstelling hadden voor dit
onderdeel. Dit gold in het bijzonder voor Royal Bank of Scotland, de leider
in het consortium.

Willems noemde de verkoop "opmerkelijk”, maar volgens hem is er geen sprake
van een ondoordachte beslissing. ABN Amro had in de Verenigde Staten
nauwelijks mogelijkheden om te groeien, zo oordeelde hij. Dit kwam vooral
door beperkingen die de Amerikaanse autoriteiten hadden opgelegd nadat de
bank zaken had gedaan met Libië en Iran.

De VEB en de vakbonden reageerden teleurgesteld op het besluit van de
Ondernemingskamer. Beide partijen overwegen in cassatie te gaan.

Volgens FNV-voorzitter Henk van der Kolk moet de drempel om een onderzoek te
verrichten naar het beleid van ondernemingen worden verlaagd. Hij wil dit
bij de politiek aankaarten.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl